Hoi allemaal, Seba hier! Vandaag deel ik mijn nieuwste solo-wandelavontuur met jullie. Helaas ben ik dit weekend weer alleen op pad. Zondag mag ik namelijk bijzitter zijn bij de verkiezingen (iets waar ik echt naar uitkijk, not), en zaterdag is Thomas druk bezig met het verjaardagsfeest van zijn zoon. Dus trok ik op zaterdag zelf mijn wandelschoenen aan voor een lange solo-tocht.
Deze keer koos ik voor een route van mijn huis in Gooik naar mijn schoonouders in Meise. De wandeling was in totaal 27,7 km, en ik deed er 4 uur en 13 minuten over. Dat komt neer op een gemiddelde snelheid van ongeveer 6,6 km/u. Niet slecht, al zeg ik het zelf!
Om mijn route uit te stippelen, liet ik me leiden door Google Maps. De eerste voorgestelde route ging voornamelijk via grote steenwegen, wat niet echt uitnodigend was. Gelukkig bood Google een alternatief dat me langs kleinere, meer pittoreske wegen leidde. En wat een prachtige route werd het!
De tocht begon langs bekende paden door Gooik en Lennik, maar al snel voerde het pad me door onbekende gebieden. Wandelen door deze streek is echt genieten, met kronkelende landweggetjes, groene velden en charmante dorpjes die elk hun eigen karakter hebben. Vooral de passages door Sint-Martens-Bodegem en Sint-Ulriks-Kapelle waren adembenemend. Het landschap hier is gewoonweg prachtig, met weidse uitzichten en serene rust die je nergens anders vindt.
Het merendeel van de route liep door velden en over kleine wegen, wat echt heerlijk wandelen was. De delen door woonwijken zoals in Bekkerzeel en Kobbegem, en langs grote steenwegen van Brussegem tot aan restaurant Clash, waren minder leuk, maar gelukkig in de minderheid.
Onderweg kwam ik bekende plekken tegen, zoals Brasserie Tomberg, waar ik al vaak langs ben gelopen. Ook stuitte ik op de stekerij van Mort Subite, een brouwerij die heerlijke lambiekbieren maakt. De zoet-zure smaak van Mort Subite blijft een van mijn favorieten en bracht herinneringen terug aan de tijd dat ik nog in Jette woonde en hier regelmatig langskwam tijdens mijn hardlooprondes. Op een gegeven moment passeerde ook ik een jumping-evenement en feliciteerde ik een jongen met de medaille die hij had gewonnen.
Een handige truc die ik tijdens deze wandeling gebruikte, was om elke 5 km te drinken, ongeacht of ik dorst had. Het hielp me niet alleen gehydrateerd te blijven, maar brak ook de monotonie van de lange afstand. “Joepie, binnen 2 km mag ik weer drinken,” hield me gemotiveerd!
Tijdens een van de laatste kilometers werd ik gebeld door Aurelie, die me telefonisch gezelschap hield. Het was een welkome motivatieboost en maakte het laatste stuk veel dragelijker. Uiteindelijk kwam ik moe maar voldaan aan bij mijn schoonouders, die totaal verrast waren. Ze wisten niet dat ik te voet zou komen en Aurelie was, hoe kan het ook anders, nog niet toegekomen.
Als beloning kreeg ik een heerlijk bord asperges voorgeschoteld. Na deze lekkere maaltijd maakte ik me klaar voor een quizavond. Helaas bleek mijn fysieke prestatie die dag veel beter te zijn dan mijn mentale prestatie, want de quiz ging niet bepaald goed. Maar ach, je kunt niet altijd winnen, toch?
Bedankt voor het lezen en tot de volgende keer, wanneer Thomas hopelijk weer van de partij is!